Duurzame warmte
In Amersfoort zijn er vier type warmtebronnen die aan het warmtenet gekoppeld kunnen worden, namelijk: biowarmte, restwarmte, aardwarmte en zonnewarmte.

biowarmte 
Bomen, struiken en planten groeien met CO2, water en energie van de zon. Groen in de stad, in het landschap en in het bos heeft onderhoud nodig. Hierdoor ontstaat resthout, waarvoor geen andere nuttige toepassing dan energieproductie is. Dit resthout bevat namelijk energie waarvan we biowarmte kunnen maken. In een biowarmte-installatie wordt het resthout verbrand en komt er warmte en CO2 vrij. Met de vrijgekomen warmte wordt water verwarmd dat met het warmtenet getransporteerd wordt.
Ons uitgangspunt is om de bijgroei en oogst van resthout in balans te houden. We gebruiken dus niet meer (rest)hout dan er bijgroeit. Hierdoor heeft onze biowarmte een hele lage CO2-waarde en zijn de lokale biomassastromen in balans.

Wij vinden het belangrijk om gebruik te maken van resthout uit eigen regio: Amersfoort-Apeldoorn-Arnhem. Zo blijven de transportafstanden klein, gebruiken we snoeihout uit de stad nuttig en helpen we de lokale bos- en natuurbeheerders een handje bij het onderhoud van landschap en bos.

restwarmte 
Warmte is bij veel industriële processen een restproduct. Bijvoorbeeld: met een lamp wil je een kamer verlichten, maar een deel van de elektrische energie wordt niet omgezet in licht, maar in warmte (de lamp wordt warm). Hetzelfde gebeurt ook op grotere schaal in fabrieken. Daarom wil Warmtebedrijf Amersfoort lokale restwarmte inzetten om het warmtenet te voeden. Zo maken we optimaal gebruik van de warmte die er al is en nu niet nuttig gebruikt wordt.

aardwarmte 
In de kern van de aarde is het erg warm: zo’n 5.500 graden! Deze warmte wordt naar het aardoppervlak getransporteerd en kan worden ingezet om gebouwen mee te verwarmen. Deze warmte kan worden gevangen door gebruik te maken van een boring naar grote diepte. De temperatuur die nodig is, bepaalt hoe diep er geboord moet worden: per km dieper stijgt de temperatuur met ongeveer 30 graden.
Voor een aardwarmtebron vinden er 2 boringen plaats: één voor een leiding die opgewarmd water omhoog brengt en één voor een leiding die afgekoeld water weer terug de bodem in pompt. Doordat het afgekoelde water weer teruggepompt wordt, blijft de put in evenwicht en kan de aardwarmtebron tientallen jaren worden ingezet.

zonnewarmte 
De energie van de zon wordt vaak gebruikt om duurzame elektriciteit mee op te wekken. Steeds meer daken worden vol gelegd met zonnepanelen en ook de eerste zonnevelden bestaan al. Met zonne-energie kun je ook warmte produceren door gebruik te maken van zonnecollectoren. Deze nemen de energie van de zon op en dit gebruiken we om water te verwarmen.
